donderdag 20 november 2014

Als je reservepotje leeg is

Deze week kwam het besef dat ik door mijn energievoorraad heen ben. M'n reservepotje is op.

Hoe groot was dat reservepotje dan? Geen idee eigenlijk.
En hoe lang heb ik er over gedaan om die op te bouwen? Ook geen idee...

Er zijn verschillende dingen waaraan ik kan merken dat ik op ben.
Ten eerste doen mijn benen pijn. Of ik ze nu stil houd of beweeg, ze doen pijn. Vooral 's avonds in bed en als ik aan het studeren ben.
Ten tweede slaap ik uren en uren maar word dan nog steeds moe wakker. Dat kan ook komen doordat ik onregelmatige slaaptijden heb. Soms ga ik laat naar bed, omdat ik naar de voetbaltraining ben geweest of omdat ik een vriendinnenavond had. En soms moet ik vroeg op staan, omdat ik college heb.

Zo ontstaat dus een ritme waarin ik de ene nacht veel te weinig slaap, dat een volgende nacht probeer in te halen, maar de derde nacht niet de kans heb dat inhaalproces door te zetten.
Een dergelijk onregelmatig leven is voor mijn energie balans totaal niet handig.

Ook kan ik me niet meer goed concentreren in de les. Ik vind alles saai en vanzelfsprekend.
Daardoor doezel ik weg, waardoor ik de belangrijke dingen dan vervolgens niet meer opneem.
En als de opdrachten dan niet zo snel willen lukken, omdat ik de stof nog niet goed behandeld heb, raak ik gefrustreerd en geïrriteerd.

Ten slotte, ik ben huilerig, teruggetrokken en kom 's ochtends echt niet op gang.

De conclusie is duidelijk: ik ben door mijn energievoorraad heen.

Wat moet ik nu doen?
1. Al mijn werkzaamheden op een iets lager pitje. Dit is misschien wel het moeilijkste punt. Dat betekent dat ik een opdracht half moet inleveren! Of dat ik voor een toets niet alles geleerd heb!

2. Ritme proberen in te bouwen. Misschien kan ik wat eerder weggaan van de voetbal. En erop letten dat mijn afspraken rond 22u. eindigen. Elke dag op dezelfde tijd opstaan?

3. Accepteren dat het zo is. Niet teveel willen, rustig doorgaan en wachten tot het overgaat. Mijn vakken duren nog vier weken, en daarna heb ik vakantie en kan ik weer opladen.

Het komt dus goed.

donderdag 6 november 2014

Facebook

Facebook is niets voor mij.

Het is te sociaal. Niet definieerbaar. Niet gestructureerd. 

Welke onderwerpen zijn interessant om te posten en welke niet? 
Wanneer is iets leuk? 
Hoe lang mag m'n post zijn? 
Hoe groot is de kans dat er iets niet op mijn startpagina komt? 
Wat denken mensen wanneer ik ze als vrienden toevoeg? 
Moet ik daadwerkelijk iedereen feliciteren? 

Vooral: er gebeuren op facebook sociaal wenselijke dingen die ik niet kan begrijpen.

Een nieuwe profielfoto? 
"Wauw, wat ben je mooi." "Zo, jij bent een knapperd." "Echt een leuke foto!" 

Een feestje gehad? 
Alle gezichten op de foto's worden getaggd. Fanatiek worden de foto's op andermans pagina doorzocht op mensen die je nog niet kent. En mensen die je slechts een hand hebt gegeven worden toegevoegd. Zo, weer een volger erbij. 

Twee maanden geleden gebeurde er ook iets waar ik nog steeds geen vat op kan krijgen. 
Na een week gestudeerd te hebben, stapte een meisje uit het masterprogramma. Op facebook lichtte ze haar keuze toe. Dat het toch niet bij haar pastte. Dat ze er wat anders van verwacht had. Dat ze hoopte ons nog eens op de campus tegen te komen. 
Als een grote hoop kwamen de reacties eigenlijk allemaal op hetzelfde neer: "heel jammer dat je stopt en ik zou het leuk vinden je nog eens te spreken."

Oké, dat iemand in 1 week een aantal leuke mensen heeft ontmoet en hen nog graag eens wil spreken, dat kan ik begrijpen. 
Maar dat de gehele klas haar in 1 week zo goed heeft leren kennen dat ze het komende jaar samen willen borrelen, dat gaat er bij mij niet in. 

Het bleek iets sociaal wenselijks te zijn. Dat zeg je nu eenmaal. Iedereen weet dat de kans 0 is dat je elkaar nog eens gaat spreken. Als je elkaar al per ongeluk tegenkomt, dan zal het hoogstens een "hoi" zijn, maar waarschijnlijk niet meer. 

Waarom zeggen we dit dan? 

Vandaag smste een klasgenoot een lief berichtje naar me: 
"Rianne, op facebook zeiden we dat we op het feestje a.s. woensdagavond onze boeken meenemen, maar dat is een grapje hoor. Ik dacht, misschien had je het letterlijk opgevat, dus daarom zeg ik het maar even." 

Ik had het gelukkig al wel door. 
Meer dan 23 jaar ervaring als autist in een neuro typische maatschappij zorgt daar wel voor. 
Maar eerlijk is eerlijk, ik had er wel 3 keer vaker over nagedacht. 

Deze klasgenoot snapt het probleem! 

maandag 3 november 2014

Dus eigenlijk ben je een gewone student

"Dus eigenlijk heb je gewoon behoefte aan duidelijkheid, structuur en afspraken nakomen," reduceerde mijn docent mijn verhaal vandaag.

Precies!

U slaat de spijker op z'n kop, meneer.
U vat de koe bij de horens.
En het mes snijdt... o nee, dat betekent weer wat anders.

Vandaag heb ik een overzichtelijk problemenlijstje aan mijn docent voorgelegd. Uiteraard al met bedachte oplossingen en ietwat nuance erin gebracht. Aan een andere docent heb ik een lijstje gemaild.
Beide docenten reageerden begripvol.

Een samenvatting van de lijstjes ziet er als volgt uit:

1. Geef aan het begin van de les aan wanneer er pauze is. Komt deze na een half uur of een uur? Dit maakt voor mij een behoorlijk verschil tijdens de les. Ik weet dan wat er gaat gebeuren en ik kan naar het rustmomentje toeleven.

2. Geef aan hoe de les eruit gaat zien. Welke dingen gaan we bespreken? Wanneer mag ik vragen stellen? Hoelang duren de onderdelen? Op deze manier geef je me structuur en duidelijkheid.

3. Geef in duidelijke bewoordingen aan wat er van me verwacht wordt bij een opdracht of tentamen. Hoeveel variabelen moet ik gebruiken? Welke onderdelen moeten terugkomen in mijn tekst? Welke dingen wil je absoluut niet in de opdracht terugzien? Wat voor soort tentamenvragen worden er gesteld?
Juiste verwachtingen creëren voor een tentamen kan heel goed door middel van oefenopgaven.
Bij een opdracht is een ingeleverde opdracht van een vorig jaar een goed idee.

4. Laat weten wanneer je bepaalde dingen gaat regelen. Wanneer komen antwoorden online? Wanneer geef je antwoord op een e-mail? En doe het dan vervolgens ook op dat moment.

5. Communiceer over mijn voortgang. Vind je dat ik voldoende bijdraag in de les? Zijn mijn ingeleverde opdrachten van een voldoende hoog niveau? Zelf vind ik dit lastig in te schatten. Dat maakt dat ik bij een opdracht of een tentamen ineens flabbergasted kan zijn. Communicatie over mijn prestaties helpt mij om te weten waar ik sta op de 'goedheidsladder'.

Bij het eerste tentamen van dit vak had ik geen idee wat er van me verwacht werd. Ik haalde een 6,7
Het tweede tentamen was vandaag. "Er gaat ongeveer hetzelfde gebeuren qua vragen" had de docent gezegd. Weet je welk cijfer ik heb gehaald?

Een 8,9!