zaterdag 26 april 2014

Nieuw, nieuw en nog eens nieuw

Deze week ben ik begonnen met maar liefst 2 nieuwe vakken. Het afgelopen jaar heb ik er telkens maar 1 gedaan, en ik was benieuwd of ik weer fit genoeg ben om er 2 aan te kunnen.
Een van de twee is een wiskunde vak: met een groep mensen die ik niet ken en een notatiesysteem dat meer lijkt op Chinees dan op Nederlands.

Mijn Asperger maakt dat nieuwe of spannende gebeurtenissen extra veel indruk maken. Dientengevolge zitten alle ervaringen van afgelopen week continu in mijn hoofd, en heb ik een doorlopend stressgevoel.

Dat stressgevoel richt zich op het wennen aan: een nieuw systeem van deadlines, de gang van zaken bij nieuwe docenten, nieuwe groepsgenoten (wiskunde-lui zijn overigens super aardig), nieuwe stof en meer contacturen: ik moet ineens 4 dagen naar college ipv 2.

Dat het wennen aan al deze nieuwe zaken mij een stressgevoel oplevert, heeft te maken met:
- er continu over nadenken = vermoeidheid
- er ook 's nachts over na denken = slecht slapen
- verwerken van alle gesprekken (hoe kom ik over, heb ik de juiste dingen gezegd, had ik anders moeten reageren), kortom, continue reflectie
- én belangrijk: door de extra taken het gevoel hebben dat ik niet genoeg tijd heb voor m'n dagelijkse huishoudelijke taken. Desondanks al die taken toch willen doen, alsmede al m'n eerste deadlines perfect willen halen = stressgevoel (hoe krijg ik het allemaal af?)

Kennis te hebben van mijn Asperger scheelt in deze situatie enorm! Ik weet waardoor het komt dat ik veel nadenk, moeite heb om dingen los te laten, in de stress schiet en slecht slaap.
Ik weet ook dat ik er vrij weinig aan kan doen, behalve goed voor mezelf zorgen. Dat doe ik dan ook.

Ik maak lijstjes van alle taken en bepaal aan het begin van de dag voor welke taken ik die dag energie heb. Ook bepaal ik aan het begin van de dag op welke momenten ik ontspanning zoek en hoe lang ik mag studeren.
Dit heeft wel tot gevolg dat ik vandaag max. 2 uur de tijd heb om de stof voor een opdracht te lezen en de opdracht te moeten schrijven. Dit kan uiteraard weer een nieuw stressgevoel opleveren: hoe krijg ik het af in 2 uur? De kunst is dan om te accepteren dat het ook weleens niet af kan zijn (of niet perfect kan zijn).

Tot slot, ik wacht. En wacht. En wacht nog langer.
Ik raak vanzelf gewend aan de nieuwe situatie en dan wordt de overprikkeling minder en mijn stressgevoel ook.
De tijd heelt alle wonden...

zaterdag 19 april 2014

Pasen en Kerst: twee verschillende dezelfden

Kunnen twee dingen die hetzelfde zijn tegelijkertijd verschillen?

Voor mij wel.

Pasen en kerst komen overeen op de volgende punten:
- het is druk qua familie-afspraken
- in mijn geval is het daardoor ook druk qua treinreizen
- het moet verplicht gezellig zijn
- je bent vaak in relatief grote groepen mensen bij elkaar
- je bent vaak relatief lang bij elkaar
- er is een overvloed aan eten (hoewel ik dat meestal niet zo erg vind)
- je moet je veel schikken naar wensen van anderen (omdat je veelvuldig met anderen optrekt)

Bovenstaande punten zijn een gevolg van de situatie dat pasen en kerst twee feesten zijn die meerdere dagen duren en die door (bijna) mijn gehele omgeving gevierd worden. Zou ik er daardoor voor kiezen om op 1e paas- of kerstdag op m'n kamer te blijven zitten, dan voel ik me daardoor extra eenzaam. De wetenschap dat iedereen bij familie is, legt druk op de beslissing waar ik tijdens de feestdagen wil zijn.

Gelukkig is mijn familie er een van vrijheden. Al jaren zeggen mijn ouders dat als ik geen puf heb om op bezoek te komen, ik dat absoluut niet hoef.
Dit jaar met pasen ga ik voor het eerst eens proberen hoe dat is en ik moet zeggen: op voorhand vermindert het de stress al behoorlijk!

Het verschil tussen pasen en kerst zit 'm voor mij ook in andere dingen:
- het feest van pasen staat dichter bij me waardoor ik meer geniet van de kerkdiensten. Daar doe ik dan juist energie op.
- de weken rondom pasen zijn rustiger qua afspraken dan met kerst. De periode van sociale gezelligheid is daardoor beter te overzien.
- het weer helpt mee. Met pasen kan je buiten zitten, zonder jas fietsen, en wandelingetjes maken. De omgeving voelt daardoor letterlijk ruimer aan.

Toch zal ik blij zijn als ik volgende week weer gewoon in de schoolbanken zit en al het feestgebeuren achter de rug heb.
Afspraakjes zijn leuk, maar niet als ze verplicht zijn.

donderdag 17 april 2014

Volle vakantie

Tot nu toe heb ik bijna alle jaren mijn zomervakantie tot de nok toe vol gebouwd.

Een week op vakantie daarnaartoe, een paar dagen logeren bij die, een paar dagen naar m'n ouders, nog een vakantie met een vriendin, een kampweek leiden, een cursus volgen en werken.

Al een aantal jaar probeer ik wat meer ruimte te creëren voor mezelf. Dat blijft echter lastig en ik ben erachter gekomen waarom:

Ik vind het eng om lege ruimte in  m'n agenda te hebben.

Een dag leeg vind ik heerlijk, en heb ik zelfs minstens 1, het liefst 2 keer per week echt nodig. Maar zodra ik 2 dagen vrij heb achter elkaar, ga ik dingen plannen.
In de zomer heb ik 8 weken vakantie. Als ik daarin 1 week vrij heb aan het begin en 1 week aan het eind, dan kan ik het overzien. Ik weet dan dat ik in de eerste week m'n kamer ga opruimen en in de laatste week alvast m'n schoolspullen op orde ga maken. Maar wat moet ik met de tussenliggende weken?

Het voelt als een groot leeg gat. Ik kan het niet overzien.
Stel dat ik niet weet wat ik morgen ga doen? En wat ik de week erna ga doen? Stel dat ik me ga vervelen, en me daardoor depressief ga voelen? Stel dat ik me eenzaam ga voelen?

De angst om me te gaan vervelen is niet reëel, want er zijn vaak zoveel dingen die ik kan doen dat ik ze niet eens allemaal gedaan krijg.
En dan nog. Mijn vriend zei eens: "Als je je in de zomervakantie gaat vervelen, dan weet je dat je echt uitgerust bent en weer aan een nieuw jaar kunt beginnen."

Meestal ben ik eerder uitgeput dan uitgerust na de zomervakantie. Door al die geplande dingen moet ik zoveel, dat ik van moet-naar-moet leef, in plaats van te genieten van m'n vrije tijd.
Een grote oorzaak van die uitputting is dat elke sociale afspraak voelt als móeten in plaats van als ontspanning.

Hoe ga ik zomervakantie dit jaar inplannen?
Zo leeg mogelijk!

maandag 14 april 2014

Braintraining part 3: Executieve Functies

Part 3: Executieve Functies.
"Onder executieve functies worden de controlefuncties van de hersenen verstaan. Ze zijn lastig eenduidig te definiëren" (Wikipedia).

Eronder vallen alle mogelijkheden die iemand heeft om probleemoplossend te werk te gaan. Het omvat het overzien van situaties, het inschatten van situaties, het verzinnen van een plan of een oplossing, het remmen of stimuleren van een actie, bedenken in welke volgorde iets moet gebeuren, het gebruiken van je geheugen, het stellen van doelen en het indelen van de beschikbare tijd.

In de praktijk zie je dat mensen met autisme moeite hebben om 's ochtends alles gedaan te krijgen: opstaan, aankleden, eten, brood smeren voor tussen de middag, tanden poetsen, veters strikken, bed opmaken, gordijnen openmaken: het zijn zoveel kleine losse taakjes, die in zoveel mogelijke volgordes en op verschillende manieren gedaan kunnen worden, dat iemand met autisme het niet meer kan overzien.
Het kan daardoor extreem lang duren, of het gebeurt niet (op de juiste manier).

Veel van de Executieve Functies zijn ook van belang bij het volgen van een studie of het hebben van een baan. Bij iemand zonder autisme gaan deze dingen min of meer vanzelf, ze leren het tijdens het volwassen worden, echter, iemand met autisme krijgt het soms gewoon niet voor elkaar.

In mijn geval gaan de Executieve Functies best goed. Ik kan op mezelf wonen, voor mezelf zorgen, m'n studie doen, kortom, m'n leven organiseren (alhoewel je niet ziet hoeveel moeite het me soms kost).
Enerzijds komt dit denk ik doordat ik een relatief hoog IQ heb en ik daardoor goed kan bedenken hoe dingen zouden moeten lopen.
Anderzijds denk ik dat mijn karakter ervoor zorgt dat ik continu  mezelf aan het verbeteren ben. In de loop der jaren heb ik op een zo optimaal mogelijke manier geprobeerd mijn problemen aan te pakken. Sommige problemen zijn daardoor niet alleen verdwenen, maar zelfs verandert in een sterktepunt, zoals het onderscheiden van hoofd- en bijzaken in een tekst.
Of het bedenken van oplossingen: het buiten gebaande paden denken.

Pas sinds kort heb ik geleerd om mezelf te remmen op de momenten dat ik te veel doorga. Zo mag ik nu max. 1 uur studeren en daarna móet ik pauze houden van mezelf. Ik heb dus een soort regel bedacht waar ik me aan moet houden, omdat ik zelf niet goed in staat ben om aan te voelen wanneer ik mezelf even moet remmen.
Een regel is star, maar overwint mijn eigen starheid daardoor soms wel.

vrijdag 11 april 2014

Centrale coherentie: sociale gebeurtenissen

Ter herhaling:
"Met centrale coherentie wordt bedoeld de tendens om binnenkomende informatie globaal en in de context te verwerken" (Wikipedia).

Sociaal
In de omgang met andere mensen is het van belang dat je ziet hoe iets op iemand overkomt, hoe de ander zich voelt, wat wel of niet handig is en hoe je je moet gedragen. Het verminderde vermogen van autisten om je te verplaatsen in iemand anders is besproken in braintraining part 1: ToM.

Een verminderde centrale coherentie speelt ook een rol. Zo kan ik bijvoorbeeld wel het trekken van je mond zien, maar niet de blik in je ogen. Als ik naar iemands gezicht kijk, kijk ik net zo naar details als wanneer ik naar materiële zaken kijk. Vaak, in sociale situaties, heb je juist een algeheel beeld van iemand gezichtsuitdrukking nodig om te snappen wat diegene bedoelt. Zo kan je je ogen samenknijpen als je blij bent, maar ook als je verdrietig bent. Alleen het detail 'ogen samenknijpen' is dus niet voldoende om dat te begrijpen.

Veel mensen met autisme kunnen ook niet zo goed gezichten onthouden. Zo kan in de supermarkt ineens iemand hoi tegen je zeggen, terwijl je niet eens weet wie het is. Regelmatig zeg ik maar op dezelfde toon 'hoi' terug, en bedenk ik me pas uren later wie het ook alweer was. Ik ga dan al mijn sociale kringen na, alle gezichten die ik ken, en pas dan kan ik iemand plaatsen.
Nieuwe mensen in m'n voetbalteam leren kennen, en uit elkaar houden, duurde ook lang.

En een familielid van me is bijvoorbeeld weleens geknuffeld door iemand van wie ze niet eens wist wie het was. Hij moet me goed kennen, dacht ze, want anders zou hij me niet knuffelen, maar wie het is?

Tijd
Het gebrek aan centrale coherentie heeft ook gevolgen voor het tijdsbesef. Zo kunnen gebeurtenissen van jaren geleden als van gisteren voelen, of kunnen sommige ervaringen helemaal niet als persoonlijk voelen. Alsof een ander persoon die situatie heeft meegemaakt, in plaats van jijzelf.

Het bijzondere is dat ik vaak zeer nauwkeurig kan aangeven hoe laat het is. Ik gebruik nooit een horloge of een klok, maar ik 'voel' aan m'n lichaam dat het nu kwart over drie is (ja hoor: 15:18).

Het afwijkende tijdsbesef heeft ook gevolgen voor hoe ik naar de toekomst kijk. Maar daarover meer in Braintraining part 3: Executieve Functies.

donderdag 10 april 2014

Braintraining part 2: Centrale coherentie

Part 2: Centrale coherentie
"Met centrale coherentie wordt bedoeld de tendens om binnenkomende informatie globaal en in de context te verwerken" (Wikipedia).

Alle prikkels die bij een persoon binnenkomen worden niet alleen geregistreerd in de hersenen, ze worden ook verwerkt. Hoofd- en bijzaken worden gescheiden, waarna hoofdzaken worden onthouden en bijzaken kunnen worden vergeten. Ook wordt informatie aan al bestaande informatie gekoppeld en worden verbanden gelegd.

Bij mensen met autisme gaat deze informatieverwerking niet helemaal goed. De samenwerking tussen de hersendelen verloopt minder soepel, waardoor een meer versplinterd beeld van dingen ontstaat, in plaats van een geheel.
Dit heeft effect op zowel materiële (dit bericht) als sociale gebeurtenissen (volgend bericht).

Materieel
Mensen met autisme kunnen een ongelooflijk gevoel voor detail hebben. Wat ik bijvoorbeeld zo leuk vind aan puzzelen, is om de precieze vorm en kleur in elk stukje te observeren. Dit maakt dat ik vaak zonder te passen al precies weet of een stukje klopt of niet.
Als mensen met autisme een nieuwe omgeving binnenkomen, dan zien ze ook niet direct het totaal, maar eerst de details. Bijvoorbeeld: daar hangt een lamp, de vensterbank is krom in plaats van recht, er zit een vlek op de tafel, er zijn drie dezelfde stoelen en 2 afwijkende.

Het nadeel is dat we moeite hebben met overzicht houden. Zo kan ik bijvoorbeeld wel dat leuke embleempje in je t-shirt zien, maar merk ik niet dat je een nieuw setje aanhebt.

Of een keer toen ik in Brussel was: er stonden mega-bloembakken langs de weg, ongeveer zo groot als een vrachtwagen, en wel meer dan 20 achter elkaar. Toen mijn vrienden over bloembakken begonnen, snapte ik niet waarom dat zo'n belangrijk onderwerp was. Mij viel juist de kleur van de bakstenen op, en de rare elektriciteitsdraden die langs de groeven liepen.
Toen ik de vraag "waar staan die bloembakken dan?" stelde, werd ik dan ook raar aangekeken.

Tot slot, kinderen of jongeren met autisme kunnen vastlopen in hun studie omdat er van hen dingen gevraagd worden die ze niet voor elkaar krijgen. Overzicht behouden over de stof en hoofd- en bijzaken onderscheiden in tekstboeken en colleges is lastig. Daarbij komt dat veel docenten geen duidelijke lijn in hun aanpak hebben, en vaak wijzigingen op het laatste moment doorvoeren. Bovendien kunnen tentamenvragen voor autisten te cryptisch of te vaag zijn.

Ik ervaar het als een grote zegen dat ik desondanks zonder veel hinder door mijn opleiding rol!

woensdag 9 april 2014

Braintraining part 1: Theory of Mind

Bij mensen met autisme zijn er grofweg drie dingen in de hersenen die misgaan ten opzichte van mensen zonder autisme. Zelf heb ik deze begrippen altijd vaag gevonden, maar speciaal voor m'n blog ga ik ze nu eens onder woorden brengen, met voorbeelden.

Part 1: Theory of Mind, kortweg ToM
"Theory of Mind is het menselijk vermogen om zich een beeld te vormen van het perspectief van een ander en indirect ook van zichzelf" (Wikipedia).

De basis van ToM is empathie: het meeleven met iemands gevoelens, gedachten of positie. Voor menselijke interactie is het van belang om je te kunnen herkennen in anderen, om het standpunt van een ander te begrijpen en om te weten hoe iets op iemand overkomt. Er vindt een heen- en weergaand leerproces plaats tussen gevoelens en gedachten, en bij de ontwikkeling van je ToM leer je om het gedrag van jezelf en van een ander in dat perspectief te plaatsen.

Heel kort: de ToM maakt dat je je kan inleven in iemand anders.

Gisteren belde ik mijn vriend op om een probleempuntje binnen onze relatie te bespreken. In eerste instantie reageerde hij niet zo actief. Ik vroeg hem waarom niet.
"Rianne," gaf hij aan, "jij loopt al een aantal dagen met dit probleem in je hoofd, en voor jou is het allemaal heel logisch, maar ik ervaar helemaal geen probleem. Voor mijn gevoel is er niets aan de hand, en dan plots bel jij me op en is er een heel ernstig probleem. Dat komt een beetje gek op mij over."

Het was goed dat hij dit aan mij uitlegde, want ik had deze situatie niet direct door. In mijn beleving was het duidelijk dat er een probleem was, en ik had me geen seconde bedacht dat mijn woorden nogal out-of-the-blue op hem overkwamen.
Toen hij het had uitgelegd kon ik het wel begrijpen. Gelukkig.

Helaas komt het ook regelmatig voor dat hoe ik ook mijn best doe, ik me totaal niet kan voorstellen dat iemand iets op een andere manier ervaart dan ik. Mijn voetbaltrainer bijvoorbeeld, kan soms nogal boos en heftig aanwijzingen staan te geven. Ik vind dit totaal geen probleem, ik ga hier juist extra mijn best door doen en voel me geen moment ongemakkelijk. Andere meiden uit mijn team echter, kunnen zich er erg naar door voelen. Ze gaan er juist niet beter van presteren.

Hoewel ik wel weet hoe het is om je neerslachtig of onzeker te voelen, kan ik me niet goed voorstellen dat zij die gevoelens krijgen bij de uitspattingen van mijn trainer.
Omdat mijn ToM beperkt is, neem ik dat soort dingen maar gewoon aan (zoals sommigen van jullie ook met mijn autisme moeten doen).

maandag 7 april 2014

Moeten stoppen met moeten

Vooruit, ik geef het toe, vandaag was opnieuw een dag van obsessies.

Ik heb me met moeite weg moeten slepen achter de puzzel. Over een half uurtje moet ik weg (gelukkig, want anders had ik nog de hele avond gepuzzeld), en ik merkte al snel aan mijn schouders dat ik oververmoeid raakte. Desondanks heb ik nog een uur met zere ledematen door gepuzzeld.
 
Moeilijk vind ik het! Om te stoppen met iets dat ik aan het doen ben.

De puzzel moet eerst af voordat ik iets anders mag doen.
Een boek waar ik in begin, moet uit voordat ik aan een nieuwe begin.
Als ik de strijkplank heb gepakt, moeten ook álle blousejes gestreken worden.
Als ik mijn kamer stofzuig, moet ik eigenlijk ook álles met een doekje afnemen.
De afwas doen staat gelijk aan het netjes maken van de keuken.

Etcetera.

"Jij moet altijd zoveel, Rianne" zei een vriendin laatst tegen me.
Ze sloeg de spijker op z'n kop. Ik moet van alles.

Soms probeer ik om niet zoveel te moeten. Met andere woorden, dan moet ik stoppen met moeten.
Tja, dat schiet niet op he...

vrijdag 4 april 2014

Een autismeconferentie die geen rekening houdt met autisten

In het kader van de autismeweek ging ik gisteren (03-04) naar een eendaagse autismeconferentie in Delft. Onderwerp: autisme en carrière.

Daar moet ik heen dacht ik. Want misschien kan ik wel een hoogopgeleide, autistische topper als boegbeeld gebruiken (over boegbeelden in een ander bericht meer).

Nou... ik weet niet wie het organiseerde, maar overduidelijk geen mensen met autisme en helaas ook geen mensen die iets afwisten van autisme (hoewel ze dat waarschijnlijk wel beweren).

Het belangrijkste irritatiepunt besloeg het feit dat er tijdens de praatjes continu gelopen werd door de zaal. Organisatoren liepen achterin heen en weer, of liepen zelfs helemaal de trap af naar beneden om iets tegen een collega te zeggen, en vervolgens weer helemaal naar boven. Betrokkenen stonden in groepjes te kletsen en half op de trap te hangen, deuren stonden te klapperen tegen een prullenbak en er gingen steeds mensen naar binnen en naar buiten. Niemand die duidelijk aangaf dat het heen- en weer geloop natuurlijk niet de bedoeling is (en indien dit wel het geval was, dan is dat nog dommer).

Als ik er weer over nadenk, erger ik me opnieuw, ontzettend! Bijna stond ik op het punt om midden in de zaal op te staan en heel hard te roepen dat er AUTISTEN IN DE ZAAL ZIJN!
Gelukkig heb ik me ingehouden.

Andere domme organisatiefouten bij een conferentie voor autisten zijn:
- onduidelijkheid over waar wat is (waar is de inschrijftafel, waar zijn de zalen, waar is het toilet, waar kan ik even rustig zitten)
- onduidelijkheid over wanneer wat is ("we gaan over 10 minuten verder" en dan ineens "o nee, we gaan toch eerst eten")
- te weinig eten en drinken! Een snelle spijsvertering, een wiebelend suikergehalte in je bloed en een nieuwe en spannende omgeving maken dat een dergelijke middag/avond een ramp is als je 10 minuten in de rij moet staan voor wat te drinken en als het eten op is omdat je eerst even naar de wc ging en nog een vraag wilde stellen (want we gingen over 10 minuten verder).

En bovenal, in een gesprek met een autist is het belangrijk dat je die persoon serieus neemt. Dus niet je rug toedraaien terwijl je wel hebt gezien dat er iemand bij de tafel op jou te wachten staat. En niet even snel iets tussendoor doen omdat de autist voor je neus nou eenmaal niet zo assertief is. Dat zijn twee signalen die op iemand met autisme totaal verkeerd overkomen! En misschien ook wel op iemand zonder autisme.

Na me twee uur lang doodgeërgerd te hebben, en totaal leeggezogen en volledig overprikkeld te zijn, ben ik naar huis gegaan. Het station heb ik met het laatste broodje op de schaal nog net kunnen halen, waarna ik aangevallen ben op een flinke bak patat. Vervolgens ben ik de trein bijna in gekropen en was ik pas om 20.30u. thuis terwijl ik al om 18u. weg was gegaan van de conferentie (door vermoeidheid ben ik vergeten uit te stappen).
DIT NOOIT MEER!

woensdag 2 april 2014

De autonome autist

In de loop der jaren is de samenleving door sociologen beschreven met woorden als: laat-modern, post-industriëel, post-materieel, rationeel, reflexief en vooral: individueel. We leven momenteel in een keuzemaatschappij waarin iedereen zijn leven op zijn eigen manier mag invullen. Niemand heeft meer last van familie, vrienden of omgeving, zowel financieel als normatief. We kunnen onze eigen boontjes doppen, en we doen dat ook.

Met andere woorden, de mens is autonoom geworden, zelfstandig en individueel verantwoordelijk. Er wordt niet meer gekeken naar je afkomst, je opleiding, de hoeveelheid geld die je hebt of je geslacht. Nee, je wordt beoordeeld op jouw vermogen, jouw kwaliteiten, jouw keuzes, jouw mogelijkheden, en bovendien ook op jouw fouten, jouw verkeerde beslissingen, jouw domheid en jouw pech.

Interessant is de vraag of door deze verander(en)de samenleving het leefklimaat van een autist juist een gunstiger of een minder gunstige wending heeft genomen?
Immers, zoals weleens zo mooi wordt omschreven: een autist is niet persé gek of gestoord, maar heeft bepaalde eigenschappen (niet) waardoor het leven in de maatschappij (die vooral gericht is op niet-autisten) nogal eens heel lastig kan zijn.

Kan een autist in een samenleving die zich individualiseert beter of slechter functioneren (dan wanneer dit proces van individualisering niet zou plaatsvinden)?

...

Je antwoord is...

Goed!

Omdat...

Het aan de ene kant voordelig is voor een autist dat er per individu wordt gekeken naar zijn of haar eigenschappen. Op die manier kan er oog komen voor de geweldige kwaliteiten van autisten, die vervolgens weer ingezet kunnen worden op een manier die voor zowel henzelf als de samenleving winstgevend is. Door individuele beoordeling en een individuele aanpassing van werk- en leefomstandigheden kan een omgeving worden gecreëerd waarin er zicht komt op de mooie dingen die juist autisten voor elkaar kunnen krijgen.

Aan de andere kant echter, biedt de geïndividualiseerde samenleving geen enkele structuur, duidelijkheid of rechtlijnigheid meer. Er is geen houvast, er zijn geen vaste regels, geen vaste normen en waarden. Met andere woorden, geen enkele situatie gaat zoals een eerdere situatie ging. Dit maakt het leven voor een autist ontzettend onduidelijk. Het feit wil dat autisten, meer dan NT-ers, moeite hebben met de dagelijkse gang van zaken (en het begrijpen daarvan), maar deze dagelijkse gang in de huidige samenleving nauwelijks meer bestaat!

Alles heeft zijn voor- en zijn nadelen zullen we maar zeggen.

dinsdag 1 april 2014

De klok verzetten

De klok verzetten kan voor iemand met autisme een regelrechte ramp zijn. Zelf ben ik er ongeveer 1 week druk mee, maar voor sommige mensen kan dit veel langer zijn.

De impact van het verzetten van de klok is voor mij vooral dat mijn ritme op z'n kop komt te staan. Ineens kan ik niet slapen op het tijdstip dat ik normaal naar bed ga, en ineens ben ik een uur later wakker met een ontzettend knorrende maag. Als het vervolgens 13u. is heb ik nog helemaal geen honger voor de lunch, dus eet ik wat minder, wat maakt dat ik het niet red tot 18u, waardoor ik eerder ga eten, wat maakt dat ik 's avonds met een knorrende maag in bed lig, niet kan slapen, enzoverder.

Eten en slapen: twee dingen die bij iemand met autisme zeer ritmisch elke dag hetzelfde gebeuren.
Ik slaap van 22u. tot 21u. (edit: 09u) en ik eet om 10u, 13u en 18u (oké vooruit, tussendoor eet ik ook nog hele zakken chips enzo).

Door het verzetten van de klok zijn beide dingen totaal gedereguleerd. Het opnieuw instellen van een ritme kost bij mij ongeveer een week, ervan uitgaande dat ik die week niets hoef (dus in bed kan liggen zo lang als ik wil en m'n eettijdstip kan verschuiven).
Gelukkig is dat voor mij momenteel wel het geval.. behalve dat ik morgenmiddag een tentamen heb, waardoor er de afgelopen dagen toch nog wel wat druk was om te presteren (te studeren).

Een werk- of schoolweek, grote sociale activiteiten of spannende dingen in een week nadat de klok is verzet...
nou, excusez-moi dan maar voor een weekje of drie. Ik zit lekker in de zon aan een nieuw ritme te werken!