zaterdag 27 december 2014

Boegbeeld: Temple Grandin

Kort na elkaar wezen twee mensen mij op het bestaan van de unieke mens Temple Grandin.

Temple Grandin is een Amerikaanse professor, gespecialiseerd in het bevorderen van dierenwelzijn, met name vee. Dankzij haar autisme is ze in staat de prikkelgevoeligheid van dieren zoals koeien en paarden te begrijpen.

Schaduwen die op een bepaalde manier vallen, geluiden die te horen zijn, kleine stukjes plastic of ander troep dat op de grond ligt... het zijn allemaal zintuiglijke waarnemingen die voor dieren enorm van belang zijn.

Honden, zo beschrijft ze, hebben geur in plaats van taal.
En koeien houden van rondvormige bewegingen die teruggaan naar waar ze vandaan komen.
Paarden reageren vooral op geluid, omdat hun ogen niet goed in staat zijn diepte waar te nemen.

Ik voel de neiging om te schrijven:
Ondanks haar autisme, is Temple Grandin in staat geweest zichzelf te ontwikkelen en carrière te maken in het vakgebied van haar interesse.

Maar misschien zou ik moeten schrijven:
Dankzij haar autisme, is Temple Grandin in staat geweest zichzelf te ontwikkelen en carrière te maken in het vakgebied van haar interesse.

Weliswaar valt ze uit de toon wanneer je haar tussen een groep mensen zet. Ze praat hard. Eentonig ook. Haar kleren zien er een beetje raar uit en ze gedraagt zich ietwat houterig.

Haar directe omgeving zal deze rariteiten moeten accepteren. Zich er niet voor schamen. Er doorheen kijken. En dan wordt haar kunnen zichtbaar. Haar talenten kunnen zich ontplooien.
Ook zelf moet ze zich er niet voor schamen, maar genieten van de uitzonderlijke kwaliteiten die zij heeft, juist dankzij haar autisme.

Temple Grandin kan goed verwoorden wat er zich in haar binnenste afspeelt. Ze kan beschrijven hoe de plaatjes als een diapresentatie door haar hoofd vliegen wanneer bepaalde woorden gesproken worden. Ook legt ze uit hoe schommelbewegingen kunnen helpen om de rust terug te vinden.

Ik identificeer me met die eigenschap om innerlijke gedachten en gevoelens duidelijk en begrijpelijk onder woorden te brengen. Dat is waarom ik deze blogs schrijf.

Ik hoop dat ik op deze manier eraan bijdraag dat men bekend wordt met wat autisme inhoudt.

woensdag 24 december 2014

Absolutisme: onbeperkte alleenheerschappij

Alles-of-niets-denken is wellicht een duidelijker omschrijving.
Zwart-wit denken. 
Geloven dat óf het een, óf het ander waar is. 

In de meeste dingen in het leven geldt dit echter niet. Voor het merendeel functioneren mensen door te kiezen voor de balans, de middenweg, de overeenkomst en het compromis. 

Het is een beetje een grapje van me geworden om bij een probleem of conflict te zeggen: laten we maar weer de balans zoeken. 
Niet omdat de balans zoeken niet de goede weg is, maar juist omdat de balans zoeken zo ontzettend tegennatuurlijk voor me voelt. 

Ik ben een persoon die denkt in absoluten. 

Mijn ouders hebben gelijk, of ze hebben geen gelijk. 
Ik moet alle aandacht op m'n studie richten, of ik moet m'n studie ondergeschikt maken. 
Het is belangrijk elke dag de bijbel te lezen, of het is totaal niet nodig om de bijbel te lezen. 
Mijn kamer is supervies, of mijn kamer is heerlijk schoon. 
Ik heb totaal geen mooie kleren meer in m'n kast (we moeten nú nieuwe kleren gaan kopen!), of ik heb teveel kleren en moet echt de helft weg doen.

Nou, je begrijpt het denk ik wel. 

Een voorbeeld hiervan is het denken in termen van autisme. 
Ik heb autisme, dus ik kan slecht tegen veranderingen. 
Ik heb autisme, dus ik ben niet goed in sociale contacten. 
Ik heb autisme, dus ik moet minstens 11 uur slapen per nacht. 
Ik heb autisme, dus ik denk in absoluten. 

Afgelopen week zei de psycholoog tegen mij:
Rianne, behalve autist ben jij ook Rianne. Dat je autisme hebt, is onderdeel van je karakter. Het maakt sommige dingen moeilijk. Maar je bent meer dan alleen autisme. 

Tja, de balans: een deel van me wordt bepaald door autisme, een ander deel door m'n karakter, nog weer een deel door m'n opvoeding en door de mensen met wie ik omga, een deel door m'n geloof en principes en een deel door wat ik gaandeweg leer. 

In mijn absolute denken kan ik dat nog wel accepteren. Echter, de volgende stap gaat dan als volgt: ik heb nu hier last van (bijvoorbeeld: piekeren). In welke categorie zou dat vallen? 

Zie je wat er misgaat? 
Het probleem hoeft niet in een categorie te vallen om opgelost te kunnen worden. Het probleem is vaak niet eens in 1 categorie te plaatsen. Sterker nog, is piekeren wel echt een probleem dat à la minute moet worden opgelost? 

Als je blogs van me hebt gelezen, dan ben je de absolute termen waarschijnlijk wel tegengekomen. Regelmatig heb ik bij het overlezen van een blog de woorden 'altijd', 'nooit', 'goed' of 'fout' nog net op tijd kunnen veranderen in 'meestal', 'bijna nooit', 'handig' en 'niet handig'.

Desondanks zul je het absolutisme in mijn zinnen kunnen ontdekken. 

woensdag 17 december 2014

Carrièremogelijkheid

In mijn vorige blog beschreef ik een aantal eigenschappen die mijn autisme mij onthoudt. 
En waardoor ik tegengewerkt wordt in mijn carrière.

Aan de ene kant is dit waar, maar aan de andere kant zijn er ook een aantal positieve eigenschappen van autisme die aandacht verdienen. 
In mijn hoofd, in mijn hart, en op dit blog. 

Zoals:

1. Ik kan ergens induiken, net zolang tot ik het snap
2. Ik kan dingen overzichtelijk, logisch en duidelijk weergeven (en presenteren)
3. Ik zie kleine afwijkingen of fouten niet snel over het hoofd.
4. Ik ben duidelijk, ik zeg wat ik bedoel en ik bedoel wat ik zeg
5. Ik zet mij voor meer dan 100 procent in. Daar moet ik soms wel tegen in bescherming genomen worden. Maar het is zeker ook iets positiefs.
6. Ik ben to-the-point. Geen poespas. Geen tijd verdoen.

Voor mij is mijn werkomgeving zeer belangrijk.

Wordt ik vrijgelaten in mijn uren? Mag ik ook delen thuiswerken? Kan ik mezelf zijn in de koffiekamer? Mag ik direct en ongedwongen zijn in mijn contact? Mag ik aangeven wat ik wel en niet kan? 

Het wordt een hele kunst om een baan te vinden waar ik kan functioneren. Het heeft me bijna 5 jaar gekost om überhaupt de studie te vinden die bij me past.


Maar als ik ‘m dan uiteindelijk vind, dan kan ik wel functioneren. Dan kan ik wel mijn eigen geld verdienen. Dan kan ik carrière maken. Misschien niet zo snel als mijn vriendinnen. En waarschijnlijk kom ik nooit zo ver. 


Maar ik kan wel gelukkig zijn. En daar ga ik voor. 



dinsdag 16 december 2014

Carrièrebeperking

In vergelijking met problemen of ziekten waar andere mensen mee te maken hebben, is het misschien niet terecht dat ik treur om mijn autisme. Maar toch doe ik het soms wel. 

Afgelopen vrijdag ging ik uit eten met drie goede vriendinnen. Het gesprek kwam op werk en carrière en ik zag in dat ze allemaal een goede carrière aan het opbouwen zijn. Ze hebben succes in hun werk, publiceren artikelen, promoveren, doen prestigieuze stages en bewijzen zichzelf in het land van de wetenschap.

Behalve intelligentie zijn er ook andere dingen nodig om het ver te schoppen.
1. Inzet. Vele uren hard werken. Lange dagen maken. Soms ook lange weken.
2. Contacten leggen. Praatjes maken. Netwerken.
3. Een soort fine tuning in het voeren van gesprekken. Op de juiste momenten de juiste dingen zeggen. Niet teveel aandringen maar toch je wensen duidelijk maken. Jezelf profileren zonder arrogant te zijn. 
4. Jezelf zijn door jezelf aan te passen. Paradoxaal, maar waar. De kern ligt erin te weten waar de balans moet liggen.

Een berg intelligentie heb ik wel. Een grote berg met inzet zeker ook, maar toch zal ik nooit het aantal uren kunnen maken die mijn vriendinnen maken.

Kan ik fine tunen? Nee, niet echt.
Kan ik netwerken? Nee, ook niet.
Kan ik de balans vinden in het uiten van mezelf? Nee.

Dit zijn eigenschappen die nodig zijn om carrière te kunnen maken. Dit zijn eigenschappen die bij mij geblokkeerd worden door mijn autisme.
Dit is de invloed van autisme op mijn leven. Op mijn werk. Op mijn carrière.

Ik doe wat ik kan, op mijn eigen manier, maar ik zal het nooit zover kunnen schoppen als die drie topvriendinnen van mij.
En daar huil ik om.

Klinkt dit overdreven en vol zelfmedelijden? Misschien wel.

Maar misschien is het ook wel gewoon waar.