zaterdag 25 oktober 2014

Vastzitten in een p-waarde

Afgelopen week was een break-week: geen les maar wel studeren. Heerlijk! 

Tenminste, dat dacht ik. Tot ik de break-week begon met een opdracht in R. 

R is een programmeertaal die statistici veel gebruiken. Een behoorlijke uitdaging voor iemand die niet goed met computers overweg kan, hoewel ik er de laatste weken wel plezier in begon te krijgen. 

Voor de opdracht moest ik een t-test maken. Van tevoren had ik al precies bedacht wat ik wilde doen: Natuurlijk de t-waarde, degrees of freedom en de p-waarde, maar ook beschrijvende statistieken, confidence intervals en ik zat zelfs te denken om p-intervallen toe te voegen. 

Wat was de opdracht? t-waarde en p-waarde. Wat wilde ik? Extra, extra, extra. 

De t-waarde had ik zo te pakken. Nou, dacht ik, dan kan ik nog wel even verder met de beschrijvende statistieken, voordat ik aan m'n p-waarde begin. Twee dagen later had ik zowel de beschrijvende statistieken als de de p-waarde niet voor elkaar. 

En toen begon de ellende. 

Ik kreeg de opdracht niet meer uit m'n hoofd. Ik kon niet goed meer slapen, ik vergat te eten en ik kwam al helemaal niet aan andere vakken toe. 

Elke keer dat ik probeerde m'n gedachten te verzetten door aan een ander vak te beginnen, kon ik me niet concentreren en bleef ik maar aan die bewuste opdracht denken. Kan ik dit gebruiken voor m'n t-test? Zou dit misschien de oplossing zijn? Wacht, misschien kan ik dit proberen... en voor ik het wist had ik het programma al op gestart en de code te voorschijn gehaald. 

Erger nog, ik begon te twijfelen aan mijn statistiek kennis. Waarom snap ik de p-waarde niet? De t-test is de simpelste van allemaal, als ik dit al niet snap, dan kan ik beter stoppen met de opleiding.Waarom krijg ik dat betrouwbaarheidsinterval niet voor elkaar, ik snapte toch hoe dat werkte? 

Donderdagavond was ik het huilen nader dan het lachen. Mijn vertrouwen in mezelf was tot op de bodem gedaald. Ik had nauwelijks iets af gekregen van de andere vakken, en ik had de opdracht nog helemaal niet af.

Althans, dat vond ik. Want toen mijn vriend me donderdagavond vroeg of ik al een p-waarde had, toen zei ik: ja, dat is wel gelukt. En heb je een t-waarde? Ja, dat is ook gelukt. Ik heb zelfs de beschrijvende statistieken toegevoegd. 

Nou, zei hij, dan heb je toch een 6! Morgen ga je niet meer aan R werken, maar aan je andere vak.

Zo gezegd, zo gedaan. 

Ik kwam moeilijk op gang, dat wel. Maar toen ik eenmaal bezig was, vloog ik door m'n andere vak heen. Ik pakte dit boek en dat boek en ik kreeg overzicht over de stof. Wat is dat een heerlijk gevoel! 

Het blijft jammer dat het me zoveel moeite kost om iets wat in mijn hoofd zit aan de kant te leggen. Deze gebeurtenis is wederom een typisch voorbeeld van iets waarbij m'n autisme me in de weg zit om goed te kunnen functioneren. 

Heb ik genoten van m'n break-week? Totaal niet. Baal ik ervan dat ik een 6 ga halen? Behoorlijk. 

Maar het is niet anders, Een beperking heet niet voor niets een beperking.
Ik ben blij dat ik m'n studie wel kan halen en daar gaat het om.