zondag 19 januari 2014

Onzekerheid

Het leven hangt van onzekerheden aan elkaar. Hoe zeer je een dag ook vastlegt, van tevoren weet je nooit hoe het precies zal gaan. Je kunt bijvoorbeeld ineens een interessant of moeilijk gesprek hebben met iemand. Je kan ineens slecht (of goed) nieuws krijgen. Er kan zomaar iets gebeuren wat je niet verwacht had.

Voor een vrouw met autisme is dit verre van ideaal.
Want, als ik weet waar ik aan toe ben, kan ik inschatten hoeveel energie ik nodig heb. En ik kan mijn sociale antennes dan de juiste kant op richten en mij aanpassen aan de sociale situatie.

Mijn vriend en ik hebben een systeem dat mij helpt om onzekerheden zoveel mogelijk te vermijden. Zo spreken wij altijd op donderdagavond af en altijd van 18.30u tot ongeveer 21.45u.
Meestal leggen wij tijdens onze afspraak op donderdagavond onze plannen voor het weekend vast. Over het algemeen gaan we op zaterdagavond iets doen en op zondagmiddag samen voetbal kijken.

Vorige week had mijn vriend een drukke week en een druk weekend. Hij gaf aan dat hij mij op zaterdagavond niet kon zien en dat hij niet wist hoeveel tijd hij had om zondagmiddag te komen. Vanwege een afspraak op zaterdag moest hij namelijk zondag nog studeren en hij wilde graag voetbal kijken met een goede vriend van hem.

De hele week heb ik me afgevraagd hoe het weekend zou verlopen. Het was niet duidelijk, onzeker en voor mij niet te voorspellen. Dit onweten gaf me een angstig gevoel; ik was er behoorlijk door van slag.

Waarom ik het hem dan niet gewoon gevraagd heb? Geen idee: ook onzekerheid waarschijnlijk. Ik vraag al zo vaak om duidelijkheid dat ik het soms gewoon niet meer durf.

Zaterdagavond chatte mijn vriend dat hij zondag om 14u. zou komen tot een uur of 19u. Leuk! Maar voor mij totaal onverwachts. Je ging toch studeren? (nee, toch maar niet). Je ging toch met een vriend voetbal kijken? (nee, hij is op vakantie).

O.

Schakelen is lastig voor me, hoe blij ik ook ben dat mijn vriend lekker een lange middag bij me kan zijn.

Misschien was het een beetje naïef van me om er zo van uit te gaan dat ik mijn vriend inderdaad nauwelijks zou kunnen zien. Hij had het immers slechts geopperd, maar we hadden niks afgesproken.
Echter, de manier waarop ik omging met deze situatie geeft precies weer dat ik onzekerheid moeilijk vind: liever zeg ik tegen mezelf dat ik mijn vriend niet of nauwelijks zie, dan dat ik niet weet hoe lang ik hem zie.

Misschien de volgende keer toch maar om duidelijkheid vragen?

Het mooie: mijn vriend komt zijn afspraken altijd na!