dinsdag 28 januari 2014

Sociale wederkerigheid

Volgens wikipedia is wederkerigheid "de onderlinge verplichting binnen een relatie om een gift te beantwoorden met een tegengift."

In de dagelijkse praktijk kan je het merken aan: gelijkheid:
Jij komt een keer bij mij op bezoek, ik kom een keer bij jou op bezoek.
Ik kom op jouw verjaardagsfeestje, en jij komt op de mijne.
Als jij verdriet hebt troost ik jou, en als ik verdriet heb, troost jij mij.
De ene keer kom jij mij tegemoet, de andere keer ik jou.
Enzoverder.

Omdat mijn vriend en ik afgelopen weekend niet konden afspreken, onze vaste afspreekavond op donderdag is en we er weinig zin in hadden om elkaar in de tussentijd niet te zien, hadden we het plan opgevat om op dinsdagavond samen te gaan eten. Dus maandagavond chatte ik: "kom je morgenavond eten?" "Nou," zei hij, "ik heb veel zin om je weer te zien en aangezien ik morgenavond om 21u. een afspraak heb is het handig als jij bij mij komt eten."
Oeps, dacht ik, daar heb ik geen zin in. Ik heb behoefte aan een dag lekker thuis en niet weer de deur uit. Dus dat zei ik tegen hem, en ik zei daarbij dat als hij geen tijd had om naar mij te komen, we dan maar beter niet zouden afspreken. Super trots was ik op mezelf! Ik had m'n eigen grenzen aangegeven, jippiejeej, hoewel ik het natuurlijk ook jammer vond dat ik dan mijn vriend niet zou zien. Dus ook dat zei ik tegen hem: "Ik ben trots dat ik dit nu aangeef."
"Tja, jammer" was zijn reactie.

In eerste instantie vond ik het stom dat hij niet zei dat hij ook trots op me was. Hij wist toch wat een mijlpaal dit voor mij was?
Pas later ging ik de situatie eens bewust vanuit zijn kant bekijken. Hoe is het om te horen dat je vriendin alleen zin heeft om af te spreken als jij perse naar haar toe moet fietsen? Niet zo leuk, maar voor een keer ook niet perse erg. Inderdaad: "Tja, jammer."

In deze situatie had ik last van een verminderde wederkerigheid:
Ten eerste omdat ik niet de energie had om half-om-half bij elkaar af te spreken.
Ten tweede, belangrijker, omdat ik in eerste instantie niet in staat was om me in mijn vriends perspectief te verplaatsen. Aanvoelen hoe een bepaalde situatie voor iemand anders is, is voor iemand met autisme geen vanzelfsprekendheid of automatisme.

Met name het tweede heeft effect op sociale relaties, en de inspanning die het kost om met dit onvermogen om te gaan (door gebruik van mijn ratio) heeft het eerste tot resultaat.
Tja, jammer.