donderdag 26 december 2013

Yes, ik heb autisme!

"Kijk," zegt mijn voetbaltrainer op een woensdagavond tegen mij en mijn team, "het is de bedoeling dat jullie je op deze manier in het veld positioneren." Hij legt een aantal pionnetjes op de grond en wijst aan. "Vier mensen aan de zijkanten van het veld, en twee in het midden. Dan krijg je een heleboel driehoekjes van mensen, waardoor de bal gemakkelijk af te spelen is. Als de bal naar links gaat..."
Maar ik hoor al niet meer wat hij zegt. Ik hoor het woord 'driehoekjes' en kijk naar de pionnetjes aan onze voeten. Hoeveel driehoekjes zou dit figuur bevatten? vraag ik mezelf af. 
Als mijn trainer klaar is met zijn verhaal heb ik het uitgerekend. "16 driehoekjes J.," zeg ik. Even is het stil en dan beginnen mijn teamgenoten keihard te lachen.

In deze situatie gebeurde iets typisch: ik zag de driehoekjes en kon niet meer stoppen met daaraan te denken. Mijn omgeving vervaagt, ik hoor de trainer niet meer praten en wiskundige formules starten in mijn hoofd (mijn bericht 'Obsessies' gaat ook over een dergelijke fixatie).
Daar waar het erg vervelend kan zijn om een bepaald onderwerp of een bepaalde gedachte niet meer los te kunnen laten, leverde het in geval van de voetbaltraining een erg grappige situatie op. Niemand had bedacht dat ik op dat moment het aantal driehoekjes zou gaan tellen.
 
Op vergelijkbare wijze heb ik een aantal karaktereigenschappen die door het autisme zijn ontstaan of erdoor versterkt worden. Deze kunnen soms behoorlijk positief uitpakken. Bijvoorbeeld:

1. Doorzettingsvermogen: omdat ik vaak onbegrip of andere moeilijkheden ervaar, heb ik geleerd niet meteen bij de pakken neer te zitten als iets mislukt of niet lukt. Ik zet door zowat tot ik erbij neer val. Bij het nastreven van een bepaald doel kan dit erg handig zijn.
2. Oplossingsgericht: idem dito! In mijn hoofd zoek ik altijd naar mogelijkheden om iets te bereiken of voor elkaar te krijgen. Ik ben daarom veelal goed in staat een oplossing voor een probleem te bedenken.
3. Vermogen tot analyseren: omdat ik gewend ben situaties te analyseren, kan ik soms interessante details in gebeurtenissen of verhalen van anderen naar voren halen. Dit kan ervoor zorgen dat ik dingen zie die anderen (nog) niet gezien hadden.
4. Detailgerichtheid: denk aan de metrostations van mijn vorige bericht. Maar ook: een detail in iemands kleding. Aan de andere kant merk ik sommige details juist niet op (omdat ik dan op andere details gericht ben).
5. Luisteren: omdat communicatie bij mij niet automatisch gaat, moet ik goed luisteren naar wat iemand zegt om daarop te kunnen reageren. Dit betekent in de praktijk dat ik soms dingen oppik in een verhaal waar anderen (nog) niet aan gedacht hadden. Ook kan ik daarom een goed luisterend oor zijn.